Nieuwsbrief Entreekunstwerk Hoogkerk nr. 2

5 oktober 2017Categorie: Kunstcommissie

In deze Nieuwsbrief:
– Welkom bij onze tweede nieuwsbrief
– Entreekunstwerk aan kop in wijk-top-3 enquête!
– Interview met kunstenaar Reinier van den Berg

 Welkom bij onze tweede nieuwsbrief
Alweer de tweede nieuwsbrief van het project Entreekunstwerk Hoogkerk, voor een fraaie toegang naar het dorp met een kunstwerk in het groen op de rotonde Zuiderweg. In de enquête van de Vereniging Wijkraad Hoogkerk (VWH) naar de wijk-top-3 werd het kunstproject tot onze vreugde de koploper, het heeft dus ruime steun. Het kunstproject is verder onderdeel van een groter plan bedrijventerrein Kranenburg meer uitstraling te geven, inmiddels is daarin de stap gezet van een samenwerkingsovereenkomst.  In deze nieuwsbrief meer over de wijk-top-3  en ruim aandacht voor de kunstenaar Reinier van den Berg, we zochten hem op in zijn atelier.

Entreekunstwerk aan kop in wijk-top-3 enquête!
De verdeling van het gebiedsgeld van de gemeente wordt voor een deel bepaald door de bewoners zelf. De bewonersorganisatie VWH heeft daarom afgelopen juni en juli op straat en op internet een enquête gehouden. De bewoners van Groningen-west werd gevraagd naar hun wijk-top-3 met een vast aantal onderwerpen. Het project Entreekunstwerk Hoogkerk kreeg in de einduitslag de meeste steun onder de bewoners van Groningen-west en dat is een flinke opsteker. De totale financiering van het kunstproject zal door vele partijen gedragen moeten gaan worden. De behaalde koppositie in de wijk-top-3 zorgt in elk geval voor een ruimere financiering van de kant van de gemeente.

Interview met kunstenaar Reinier van den Berg:

Reinier van den Berg:
Van fijnschilder tot ontwerper Entreekunstwerk

Reinier van den Berg (foto: Arend Jan Zwarteveen)

Door Rutger Noordam
Het zal u niet ontgaan zijn, de Kunstcommissie Hoogkerk (VWH) is druk bezig met een Entreekunstwerk voor Hoogkerk op de rotonde Zuiderweg. Kunstenaar Reinier van den Berg heeft het ontwerpidee gemaakt, we zijn benieuwd naar wie hij is en wat hij beoogt, tijd voor een kennismaking.

Op een bij uitzondering zonnige dag zoek ik hem op in zijn atelier op de bovenverdieping van zijn woonhuis ten noorden van Hoogkerk. Even twijfel ik of ik bij het goede huis ben, maar een opvallend manshoog beeld bij de huisdeur stelt mij gerust. De grafisch vormgevingsstudio beneden biedt een sfeervol inkijkje in het opgeruimde huis, maar we nemen resoluut de trap. Het oude huis is ooit fraai verbouwd, het atelier boven is mooi licht en vol van kleurig werk, dat ordelijk langs de kanten staat of hangt. We raken meteen in gesprek over het grote beeld van cortenstaal  bij de buitendeur, een man in schorpioenengedaante (eerder onderdeel van ‘Kunst in Sterrenbeelden’ te Ootmarsum). De tekening ervan hangt ook aan de wand, het is een fascinerende samensmelting van mens en schorpioen, beide heel herkenbaar, maar tegelijk ondeelbaar gestileerd, alle grenzen voorbij als mythisch wezen.

RvdB: Schorpioen, Kunst in Sterrenbeelden 5 (foto RvdB)

‘Eigen verhaal’
Reinier van den Berg, geboren in Maastricht, woonde van zijn tweede tot zijn negende jaar in Zuid-Afrika vanwege het werk van zijn vader. Hij herinnert zich nog goed de verwarring als jong kind dat hij op school Engels moest spreken. Begin jaren tachtig volgde hij de toen roemruchte opleiding tot klassiek fijnschilder aan de Academie Minerva in Groningen, bij mensen als Wout Müller en Ton Hageman (oprichter en directeur van de Klassieke Academie voor Beeldende Kunst in Groningen). Na de academie schilderde hij nog een tijdje, maar zag weinig mensen. Dit maakte dat hij het over een heel andere boeg gooide: ‘Ik had geleerd te tekenen en te schilderen, ik wist niet wat ik nog meer kon, maar ik achtte mijzelf tot alles in staat.’ Hij ging werktekenen en illustraties maken op een reclamebureau en werd zo gevraagd dat hij voor zichzelf begon. Reinier kwam om in het werk, kreeg ondertussen kinderen, maar na een aantal jaren verlangde hij terug naar die andere wereld, van het schilderen, die hij altijd strikt gescheiden hield van zijn praktijk als grafisch vormgever: ‘Alle dagen andermans verhaal vertellen, dat begon te knagen. Ik wilde ook mijn eigen verhaal vertellen.’ Hij gebruikt het beeld van de snelkookpan als beeld voor zijn kunstenaarshart: ‘het deksel sprong eraf in pure scheppingsdrang, niet te stoppen’. Hij kwam ook tot een rigoureus besluit dat vanaf dat moment al zijn werk diepgaand beïnvloed heeft. Het was toen ongeveer tien jaar na de academie en hij kwam tot de conclusie: ‘Ik ben geen gespleten persoonlijkheid, waarom zou mijn reclamewerk en mijn vrije werk niks met elkaar te maken mogen hebben, waarom zou ik dat niet integreren met elkaar’. Hij noemt het een belangrijke breuk in zijn werk en wijst vrolijk naar een wand verderop in zijn atelier, die louter bestaat uit verzaagde ‘klassieke’ schilderijen. Allemaal eigen werk, ik zie onder meer koppen van parachutisten.

Gaandeweg was hij, vóór de breuk, door het leven als illustrator en werktekenaar steeds abstracter gaan werken, hij omschrijft het als ‘onderzoekend, altijd figuratief, maar geabstraheerd’. Dit bood meteen een goed beginpunt voor zijn werk als kunstenaar, al riep zijn nieuwe manier van werken een zekere weerstand op: ‘Een heel wonderlijk fenomeen, want er zijn heel veel kunstenaars die in het grafisch werk gewerkt hebben, neem de mensen van De Stijl of Andy Warhol. De Hollandse hokjesgeest is een soort veiligheidsmechanisme, we zijn geconditioneerd om mensen zo snel mogelijk te plaatsen, ook in de kunst helaas! Ik probeer in mijn werk tot de essentie te komen, de onderliggende vorm, je zou kunnen zeggen tot het iconische beeld, als het koffertje op een bord op het station, dat aangeeft waar het bagagedepot is. Als ik een sinaasappel schilder zou ik mij voorheen concentreren op een zo exact mogelijke weergave van sinaasappelhuid met glimmers en textuur, nu gaat het mij er veel meer om de essentie te pakken, dat je ziet dat het een sinaasappel is. In de reclame is het zo dat je met sterke beelden optimaal resultaat wilt scoren. Dat wat je wilt zeggen moet zo snel mogelijk tussen de oren komen, je draait er niet omheen. Als je bijvoorbeeld vanuit de auto een reclamebord ziet, dan moet het niet zo zijn dat je je auto eerst langs de berm moet zetten om een half uur te kijken naar wat het eigenlijk voorstelt. Zo wil ik werken.’  Even later komt hij hier nog op terug. Naast zijn leermeester van de academie Diederik Kraaijpoel, noemt hij als belangrijk inspirator de kunstenaar Escher: ‘Escher is gericht op de heldere vorm, ook grafisch, ook iconische beeldjes, figuurtjes. Iconisch beeld is wat iedereen kent, bijvoorbeeld de Eiffeltoren.’

Draaimolen
Door de jaren is Reinier steeds meer thematisch gaan werken. Hij maakt met behulp van zijn ‘efficiënte’ werkmethode uit het grafisch werk series in het kader van een thema, bijvoorbeeld  ‘kermis’, ‘adem’, ‘bruggen en kerkjes in het landschap’ en ‘hersenen’. Hij werkt veel met primaire kleuren en contrasten, onder andere via complementaire kleuren. Hij is lid van de Groninger kunstkring De Ploeg: ‘Zoals de Feyenoorders van nu teruggaan op het Feyenoord van Van Hanegem en Coen Moulijn van vroeger, zo sta ik zeker wel in een bepaalde traditie, maar anderzijds maak ik ook weer heel uniek werk.’
In de totstandkoming van zijn themawerk is taal heel belangrijk: ‘Taal en beeld hebben alles met elkaar te maken. Elk beeld dat je bedenkt kan alleen bedacht worden, omdat je taal hebt. Je probeert ergens grip op te krijgen met woorden.’  Hij laat mij een map studies zien voor het thema ‘kermis, draaimolen’: ‘Ik vind de wereld best een chaos. Ieder in zijn eigen bakje met zijn eigen visie en je mag erin en eruit bij de kassa. Het thema wordt een verhaal.’

Entreekunstwerk Hoogkerk
Zijn werkwijze komt ook terug in het ontwerp voor het Entreekunstwerk: ‘Het begint bij de woorden, in verband met de opdracht voor Hoogkerk heb ik voor mijzelf de uitgangspunten op papier gezet: Hoogkerk industriedorp in heden, verleden en toekomst. Oude industrie in de vorm van suikerklonten en strobalen, maar ook de nieuwe kennisindustrie met hersenen, die boven alles uitsteken in het middelpunt. De tamelijk

Maquette Entreekunstwerk (foto: RvdB)

gesloten samenleving van Hoogkerk als open cirkel, de geslotenheid doorbroken voor nieuwe impulsen. De vlakken die verwijzen naar suikerklontjes, karton en strobalen, daar gaan afbeeldingen in komen en dat worden pictogramachtige plaatjes, dat is mijn bedoeling. De input voor die afbeeldingen zal van bewoners komen, hen zal de vraag gesteld worden: ‘Wat vinden wij nu typisch Hoogkerk?’’.

                     einde interview  –

Voor reacties en meer informatie:

Kunstcommissie Hoogkerk (KCH):  Els Zuidema (voorzitter), Riet Hummel, Miep Berends, Arie ter Veen, Ben Oost, Rutger Noordam.

We houden u op de hoogte met onze volgende nieuwsbrief.

Reacties