Toelichting stemmen Sterk Hoogkerk

 
Online stemmen en stemmen tijdens een bijeenkomst  

Iedereen die stemt bij Sterk Hoogkerk mag op twee manieren stemmen: digitaal en/of tijdens een bijeenkomst. Beide keren krijg je drie stemmen voor ieder thema, plus drie voor de joker. Dit jaar kon je één stem uitbrengen op het thema Schoon Hoogkerk en de Joker, omdat hier drie of minder ideeën te kiezen waren.  

Online stemmen   

Online kies je zelf per thema welke drie ideeën je het beste vindt, gewoon achter je computer, tablet of telefoon, en je vult het stemformulier in. Het is jouw individuele keuze. 

Stemmen tijdens een bijeenkomst  

Aan tafels kies je samen in overleg per thema de drie ideeën uit die jullie het belangrijkst vinden: dat zijn de ideeën waar iedereen aan die tafel zijn/haar/hen drie stemmen aan geeft. Zit je met z’n vijven aan tafel, dan kies je dus met zijn vijven per thema jullie drie favoriete ideeën uit. Die ideeën krijgen dan ieder vijf stemmen.   

Er zijn in totaal twee bijeenkomsten geweest: een bijeenkomst met kinderen en jongeren (vanaf 10 jaar) en het stemfestival. Het totaal van alle stemmen van alle tafels tijdens deze bijeenkomsten tellen we bij elkaar op. Dat noemen we de ‘fysieke’ stemmen. 

Hoe combineren we de stemmen?   

Als je stemt tijdens een bijeenkomst, moet je met elkaar overleggen wat jullie samen de belangrijkste ideeën vinden. Je kijkt dan dus breder dan je eigen mening of ervaring. Dat gezamenlijke gesprek is een belangrijk onderdeel van Sterk Hoogkerk. Daarom wegen fysieke stemmen zwaarder dan online stemmen. Het totaal van de online stemmen telt als 50% van het geheel, de andere 50% zijn de stemmen tijdens de bijeenkomsten. Om de stemmen te combineren, zetten we de aantallen stemmen om in percentages. We nemen dan het gemiddelde van beide percentages. Dat is de uitkomst van de stemming.  

Een voorbeeld 

We geven een fictief voorbeeld.  

Stel er zijn online 1000 stemmen uitgebracht. 200 daarvan zijn voor idee A: 20% van de stemmen dus. 

Tijdens de bijeenkomsten doen er in totaal 100 mensen mee. 10 daarvan hebben op idee A gestemd: 10% dus.  

De uitkomst is dan 20% + 10%, gedeeld door 2: 15% van de stemmen.  

Zo zie je meteen dat fysieke stemmen zwaarder wegen dan online stemmen. Want die stemmen van die 10 mensen wegen net zo zwaar als 200 mensen die online stemmen.  

 

 

Hoe bepalen we welke ideeën er voor ieder thema uitgevoerd worden?  

De stemming resulteert in een rangschikking per thema. Om te bepalen welke ideeën binnen het thema worden uitgevoerd, is de populariteit de leidende factor en het budget de beperkende factor: we realiseren zoveel mogelijk ideeën, tot het budget voor dat thema op is.

Omdat één van de spelregels stelt dat een idee binnen het budget van dat thema moet passen, geldt steeds dat het meest populaire idee sowieso kan worden uitgevoerd. Daarna kijken we steeds of het eerstvolgende idee gerealiseerd kan worden binnen het budget dat nog over is. Kan dat? Mooi zo! Dan kan dit idee worden uitgevoerd. Kan dat niet? Dan kijken we of het idee daarna nog wél binnen het resterende budget past.  

Een voorbeeld

Stel: thema A heeft een budget van 100.000 toegekend gekregen.
Idee 1 kost 20.000 euro en kan worden uitgevoerd. Er blijft nog 80.000 euro over.
Idee 2 kost 50.000 euro en kan worden uitgevoerd. Er blijft nog 30.000 euro over.
Idee 3 kost 60.000 euro, kan niet worden uitgevoerd. Er blijft nog 30.000 euro over.
Idee 4 kost 30.000 euro en kan als laatste worden uitgevoerd. 

Kiesdrempel 

Dit jaar was er voor het eerst een kiesdrempel: een idee moet online minimaal 15 stemmen krijgen of gekozen zijn door een tafel met mensen op een bijeenkomst. Op deze manier voorkomen we dat ideeën met weinig draagvlak toch gekozen worden als ze nog in het budget passen.